woensdag 3 maart 2010

De correspondent 2.0

foreigncorrespondentJe wilt correspondent worden in een tijd dat traditionele media massaal kopje ondergaan. Op een vast inkomen en massale interesse in je werk hoef je niet te reken. Dan maar laten zitten? Nee hoor, de buitenlandcorrespondentie biedt volop kansen voor jonge, talentvolle en gemotiveerde freelancers. Sinds oktober werk ik zelf als freelancer in Mexico en ter voorbereiding op die onzeker stap voerde ik talloze gesprekken met vakgenoten in binnen- en buitenland en las mezelf een ongeluk, op zoek naar het profiel van De Nieuwe Buitenlandverslaggever. Het resultaat van die gesprekken en vier maanden eigen ervaring: de do´s and don´ts van de Correspondent 2.0.

Kranten bieden geen solide toekomst meer. Ze zijn zwaar aan het bezuinigen en hebben weinig extra geld voor veel werk uit het buitenland. Ga je de hort op met de gedachte alleen voor print te schrijven, dan ben je hoogstwaarschijnlijk heel snel weer terug in Nederland, platzak en een illusie armer. Hoewel in mijn geval kranten nog steeds een substantieel deel van mijn inkomen leveren, zou ik het met print alleen financieel niet redden.

Bedenk dat, als je naar het buitenland gaat, er niet alleen een wereld voor je opengaat op cultureel gebied. In Nederland is de journalistieke arbeidsmarkt dan wel verzadigd, maar over de grens ben jij een van de weinige Hollanders of Belgen. Waarom dan alleen voor print schrijven?

Je bent crossmediaal. Dat is geen tip, maar een eis.
Koop een (video)camera met statief, een flashrecorder met microfoon, een stevige laptop voor thuis en een netbook voor op reis. Leer goed filmen, fotograferen en geluidsopnames maken. Oefen jezelf in het bewerken van foto’s en het monteren van beeld en geluid.

Zelf ging ik in december naar de zuidelijke deelstaat Chiapas. Opgeleid als pure kranten- en tijdschriftjournalist had ik een onderwerp te pakken dat zich het beste leende voor de radio, een vakgebied waarin ik geen enkele ervaring had. Voor vertrek uit Nederland had ik desondanks een flashrecorder met microfoon gekocht, een eenvoudig montageprogramma geïnstalleerd en maandenlang intensief geluisterd naar radiodocumentaires. Mijn korte reportage over moslims in Mexico werd inderdaad geaccepteerd en uitgezonden. Gebrek aan ervaring is dus geen probleem, een goede voorbereiding en zelfscholing zijn veel belangrijker.

Ieder onderwerp moet in principe minimaal vijf producten op kunnen leveren: een nieuwsbericht, een langer geschreven stuk, een (korte) videoreportage, een radioverslag en een fotoserie. Kun je het allemaal slijten? Prachtig! Lukt dat niet? Dan is het een mooie oefening en een toevoeging aan je portfolio.

Blog, dammit, blog!
Dat portfolio kan je mooi op je blog zetten. Heb je die niet? Nu aanmaken! Een buitenlandcorrespondent moet, ik herhaal, moét bloggen. Het is je visitekaartje, je link met het thuisfront, je portfolio, je databank, je Curriculum Vitae en je persoonlijk online tijdschrift. Een goed weblog trekt opdrachtgevers en publiek aan en zorgt voor naamsbekendheid. Wil je het echt goed aanpakken, geef dan je site een unieke eigen vormgeving en indeling. Desnoods schakel je een webdesigner in, die je eigen pagina een mooi professioneel tintje geeft. Dat mag best wat kosten – als je het goed aanpakt, betaalt het zich snel uit.

Omarm multimedia
Gebruik RSS Feeds in combinatie met een feedreader als Google Reader of Netvibes om tijd te besparen met het afstruinen van het internet naar nieuws en ideeën. Gebruik social networks als Twitter, Hyves, Facebook, en Linkedin om te netwerken en je activiteiten wereldkundig te maken. Skype biedt goedkope abonnementen om voor niets naar (afhankelijk van de dienst) vaste en mobiele lijnen te bellen. Kijk eens goed naar alle mogelijkheden die Google biedt: calendar, gmail, chat, translate, buzz et cetera. Stal je foto’s bij Flickr en je filmpjes op Youtube.

Doe aan marketing en denk commercieel
Nee, dat is niet vies. Het is je werk en je moet tenslotte ook eten, nietwaar? Market jezelf door middel van je weblog, Twitter, je sociale netwerken. Werk alleen gratis als je er tijd voor hebt en je publicatie echt heel erg leuk vindt om te doen. Als je voortdurend gratis werkt verpest je de markt en schiet je jezelf in je voet. En zorg dat je niet alleen journalistieke ‘diensten’ aanbiedt. Er zullen dagen of zelfs weken zijn dat je weinig (of geen) werk hebt. Probeer dan op een andere manier aan geld te komen. Dat kan van alles zijn: van het geven van Engels en Nederlandse les tot het incidenteel geven van betaalde rondleidingen in je standplaats. En vergeet niet dat, als je naast je tekst ook foto´s biedt, die foto´s geen gratis dienst maar een product zijn waar je hard voor hebt gewerkt. Daar moet men voor dokken.

Reis voor weinig geld: je hebt geen vijfsterrenhotel nodig om je werk te doen. Een goedkoop hostel met draadloos internet is al voldoende om je werk te kunnen doen. In 2008 leefde ik een half jaar in Mexico voor een studielening van 900 euro per maand, zonder me qua reizen in te houden. Nu moet ik het soms met minder doen, maar is het nog steeds goed te doen. Het loont natuurlijk de moeite om van tevoren goed uit te zoeken hoeveel je minimaal per maand bij elkaar moet werken om niet na een half jaar al je spaarcenten op te maken.

Denk daarnaast ook aan ongebruikelijke financieringsmogelijkheden, door bijvoorbeeld je reiskosten voor een bijzondere serie artikelen te laten financieren door donateurs. The Sochi Project van journalist Arnold van Bruggen en fotograaf Rob Hornstra is een prachtig voorbeeld van een privaat journalistiek initiatief: een journalistiek product van hoge kwaliteit dat extern wordt ondersteund. Moskou-correspondent Olaf Koens wist op zijn beurt een reis naar Teheran bij elkaar te Twitteren.

Alles kan worden gepubliceerd
Nederland is zeer rijk aan publicaties – voor ieder onderwerp bestaat wel een tijdschrift. Beperk je dus niet slechts tot de mainstream-media. Loop je tegen een leuk onderwerp aan over zeilschepen? Zoek daar een tijdschrift over en bied je onderwerp aan. Een handig hulpmiddel is het Handboek Nederlandse Pers, waarin alle Nederlandse publicaties met veel aanvullende informatie staan gedrukt. Algemeen nieuws alleen hoeft dus niet je hoeveelheid werk te bepalen, en dat scheelt je bovendien de frustratie van het blijven zitten met een leuk idee.

Je bent correspondent, dus je spreekt je talen. Da´s niet alleen leuk, het biedt ook ongekende mogelijkheden. Er zijn duizenden journalisten die voor media in andere landen en talen werken. Zoek dus naar mogelijkheden om in het Engels te publiceren, helemaal mooi zou zijn als je ook nog voor lokale media kan werken. Dat levert je meteen allerlei nieuwe ideeën en frisse invalshoeken op.

Ken je klassiekers
Lees Truman Capote, Hunter Thompson, Ryszard Kapuscínski, Gabriel Garcia Márquez, William Somerset Maugham en ga zo maar door. Bekijk documentaires van binnenlandse en buitenlandse camjo´s. Verdiep je in hun methodes, leer ervan, neem elementen van ze over die je zelf kan toepassen. Wees niet bang om, naast je standaard nieuwsbericht en webfilmpje ook een originele draai aan een onderwerp te geven, schrijf eens een gonzo-artikel over iets triviaals. Kan je het nergens kwijt? Je hebt altijd je weblog nog!

Verder nog iets?
Ga vrijwilligerswerk doen in je standplaats, al is het maar voor een paar uur per week. Zo leer je de buzz van je nieuwe thuis kennen en krijg je een netwerk onder lokale bewoners. Onderhoud contacten met de Nederlandse Ambassade en de Nederlandse Vereniging om altijd de beruchte ´Nederlandse link´ te kunnen vinden waar veel media naar vragen als het om buitenlandse correspondentie gaat.

Zorg dat je vrienden en bekenden hebt in alle sociale klassen van het land waar je gaat werken en in alle mogelijke beroepsgroepen. De eerste drie maanden in Mexico woonde ik in La Escandon, een wat hippe wijk in het centrum van Mexico Stad. Twee weken geleden ruilde ik die in voor Plazas de Aragón, een arbeiderswijk in aanleungemeente Nezahualóyotl. Er is minder cultuur en uitgaansleven, maar er zijn veel meer verhalen te vinden en het contact met de mensen uit de wijk is veel intensiever.

Dergelijke contacten schelen je enorm veel tijd in het zoeken naar bronnen, en vrienden ter plaatse kunnen je helpen met allerhande dagelijkse beslommeringen. Dan hou je meer tijd over om je op je werk te richten.

En nog iets: vertel iedereen, maar dan ook iedereen, over je plannen! Zorg dat zoveel mogelijk mensen op de hoogte zijn van het feit dat je naar het buitenland vertrekt. Wie weet wat het allemaal wel niet oplevert!

Wat ik vooral heb gemerkt: laat je niet van de wijs brengen over de deken van negativiteit die over met name de buitenlandjournalistiek hangt. Na vier maanden is, tot mijn verbazing, relatief eenvoudig geweest een bestaan te verdienen als stringer in Mexico. En ik ben nog slechts een groentje. Nergens voor nodig dus om je zorgen te maken. Het zijn niet je opdrachtgevers die bepalend zijn voor je eigen succes, maar jijzelf.

Wie correspondent wordt, leeft een avontuurlijk en aantrekkelijk leven waar velen slechts van kunnen dromen. Je zal er geen miljonair van worden, maar een voller en rijker leven bestaat er nauwelijks!

Posted via web from media monologen

Geen opmerkingen: