zaterdag 7 augustus 2010

Vijf jaar mediawijsheid: een vak apart? (via: De nieuwe reporter)

Jongeren allemaal onlineOp 12 juli 2005 verscheen het adviesrapport Mediawijsheid. De ontwikkeling van nieuw burgerschap (PDF) van de Raad voor Cultuur. Het rapport vormde niet alleen aanleiding tot een aanpassing van overheidsbeleid, maar leidde tot een brede maatschappelijke discussie over hoe Nederlanders nu en in de toekomst met media kunnen en moeten omgaan. De vraag is nu wat het mediawijsheidbeleid tot dusver heeft opgeleverd, en wat er nog moet gebeuren om ervoor te zorgen dat Nederlandse burgers mediawijs worden – en blijven…

Om die vraag te beantwoorden, moet wel eerst helder zijn wat wordt verstaan onder mediawijsheid. Sommige mensen zullen van zichzelf denken dat zij mediawijs zijn, omdat zij een profielsite hebben, filmpjes via hun mobieltjes maken en verspreiden, of twitteren. Toch zegt het benutten van de nieuwste technologieën weinig over hoe mediawijs iemand is. Iedereen zal het erover eens zijn dat het behoorlijk (media)dom is om een filmpje online te plaatsen waarin jij en je vrienden laveloos raken van ‘eyeballing’ (wodka in je ogen gooien om sneller dronken te worden). Niet alleen vrienden kunnen meekijken, maar de hele wereld – dus ook werkgevers, of familieleden. Maar er zijn meer voorbeelden van media-onwijs gedrag waar nog steeds te weinig aandacht voor is. Zo ontstond er enige tijd geleden veel verwarring over de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker en de Mexicaanse griep. Via internet werden allerlei waarschuwingsfilmpjes van niet-deskundigen veelvuldig bekeken. En wie wel deskundig was inzake de medische implicaties, bleek onkundig in het omgaan met de media (en het publiek): zo bleef het RIVM halsstarrig wetenschappelijk jargon bezigen via de eigen informatiekanalen, waarbij het de online discussies volledig negeerde.

Mediawijsheid is een kwestie van zowel omgaan met mediatechnologie, als met media-inhoud. De kern is dat mensen bewust, kritisch, veilig en actief gebruik maken van media. Het adviesrapport van de Raad voor Cultuur heeft in ieder geval geleid tot een concrete beleidsmaatregel: de oprichting van het Expertisecentrum Mediawijsheid. Inmiddels hebben zich ruim 200 organisaties, waarvan de meeste ook al vóór 2005 actief waren op het vlak van media-educatie, bij het Expertisecentrum aangesloten. Het is goed dat er een verzamelpunt is waar iedereen terecht kan voor een overzicht van (bijna) alle initiatieven. Toch constateren we twee grote knelpunten die in de volgende kabinetsperiode (en lang daarna) nodig moeten worden aangepakt.

Knelpunten
Ten eerste blijkt in de praktijk nog steeds sprake van grote versnippering, omdat elke organisatie is gericht op een eigen deelgebied. De één richt zich op de media als brenger van entertainment, de ander op de media als communicatiemiddel, de derde op de media als afzender van informatie en de vierde op media als kunstvorm. Daarbij richt de één richt zich op het leren van vaardigheden, de ander op kennis en de volgende op gedrag. En ook de doelgroepen verschillen: het ene programma is ontwikkeld voor basisschoolleerlingen, het andere voor senioren en het derde voor iedereen. Zeker wanneer alle projecten geïsoleerd worden aangeboden, doet dit geen recht aan de complexiteit van de materie. Als je wel hebt geleerd hoe je gegevens op je profielsite voor derden kunt afschermen, maar geen onderscheid kunt maken tussen feiten en subjectieve betogen, ben je nog niet steeds niet mediawijs. Dan heb je slechts één facet van mediawijsheid getackled.

Het tweede knelpunt is dat veel initiatieven een projectmatig en kortlopend karakter hebben en dat nog heel weinig bekend is over de effectiviteit van alle programma’s. Evident is dat mediawijsheid niet het eindpunt is van een leerproces, een status die je kunt behalen na het volgen van een cursus. Het is veel eerder een doorlopende staat van zijn: ook wie al mediawijs is, moet zich voortdurend blijven inspannen om zich in het veranderende medialandschap te kunnen blijven voortbewegen. De hamvraag hierbij is hoe we het niveau van mediawijsheid voor ieder individu kunnen vaststellen. Pas als we weten in welke mate burgers mediawijs zijn, kunnen we bepalen welke strategie nodig is om hen mediawijzer te maken. Onlangs is een aantal partners van het Expertisecentrum gestart met de ontwikkeling van een raamwerk en een meetinstrument voor mediawijsheid. Dit eenjarige onderzoek is een goede eerste aanzet, maar zal nog niet leiden tot het ultieme antwoord op de vraag wie wanneer hoe mediawijs is en welke interventies effectief zijn. Bij een zeventienjarige volleerde gamer is een andere aanpak vereist dan bij een zeventigjarige krantenlezer. Om te kunnen vaststellen welke vaardigheden en kennis al aanwezig zijn bij mensen, en op welke wijze nieuwe vaardigheden en kennis kunnen worden bijgebracht is meer wetenschappelijk onderzoek nodig.

Daarnaast moet mediawijsheid worden verankerd in het onderwijscurriculum. Mediawijs word je niet vanzelf; omgaan met media moet je leren. Ook hier is het erkennen van de complexiteit van de materie cruciaal. Mediawijsheid is een optelsom van kennis en vaardigheden die leiden tot inzicht en bewust, kritisch en kundig mediagedrag. Dat vergt kritisch vermogen – hetgeen vaak wordt verward met het uitsluitend uiten van kritiek. Het inrichten van een apart schoolvak, zoals betoogd door sommige politici (zo pleit Tofik Dibi van GroenLinks voor een vak mediakritiek), kan een begin zijn, maar zal nooit de hele lading dekken. De hele samenleving medialiseert, en dus het onderwijs ook. Daarom moeten mediawijsheidprogramma’s worden ontwikkeld die bij verschillende vakken en op verschillende niveaus kunnen worden ingepast. Een dergelijke oproep kan rekenen op verzet van docenten, die al een overvol takenpakket hebben. Toch hebben ook zij zelf belang bij goede lesprogramma’s die zij in hun schoolvak kunnen integreren. Veel bruikbaar materiaal is daarvoor overigens al voorhanden. Docenten Nederlands laten hun leerlingen nu al met elkaar discussiëren over de wijze waarop zij een betoog uit de krant interpreteren en betekenis geven. Docenten Geschiedenis bespreken de waarde van een historische audiovisuele bron als informatiedrager waarbij de media niet alleen als illustratiemateriaal gebruikt worden, maar zelf ook onderdeel van studie en analyse zijn. Docenten Culturele en Kunstzinnige Vorming duiken met hun leerlingen in de verschillende verschijningsvormen van Romeo en Julia in theater en tekst, maar ook in film, games en televisie. De docent Maatschappijleer bespreekt de verschillende media campagnes rond de afgelopen verkiezingen, enzovoort.

Afschermen
Om de brede implementatie van mediawijsheid in het onderwijs voor elkaar te krijgen en mediawijsheid in het onderwijs te kunnen verankeren, zijn deskundigheidsbevordering en kennis – veel kennis – vereist. De lerarenopleidingen zijn nu nog niet ingesteld op een mediawijze benadering van de lesstof. Ook daar moet aandacht komen voor de kritische omgang met media inhouden. Een waarschuwing is hierbij op zijn plaats: het risico is aanwezig dat mediawijsheid te veel wordt ingegeven door ideologische motieven. Hoewel niemand er op tegen kan zijn dat kinderen worden afgeschermd van bijvoorbeeld kinderporno, is het formuleren van grenzen van mediagebruik vaak ideologisch gekleurd. Gevolg is dat kinderen worden afgeschermd tegen steeds meer media-inhouden die ouders (of politici) niet welgevallig zijn. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt echter dat afschermen veel minder effectief is dan kinderen te leren welke vragen zij zichzelf moeten stellen ten aanzien van zowel de media-inhouden die op hen afkomen, als de keuzes die zij zelf maken als mediaproducent.

Een continu en structureel mediawijsheidbeleid is in het belang van iedereen: van politieke partijen, van journalisten en programmamakers, van opvoeders en docenten, en bovenal van de burgers zelf. Op basis van alle informatie en beelden moeten zij afgewogen keuzes kunnen maken over de mate waarin en de wijze waarop zij in de gemedialiseerde samenleving participeren.

Beide auteurs schrijven op persoonlijke titel. Dit artikel verscheen eerder op Ictnieuws.nl.

Posted via email from School of Media @ Windesheim

Vijf jaar mediawijsheid: een vak apart?

Vijf jaar mediawijsheid: een vak apart?